Omgaan met angst en onzekerheid

 

We herkennen het allemaal wel denk ik, van onszelf of van iemand in onze omgeving: angst voor het onbekende of nieuwe situaties. Ik herinner mij nog goed dat ik gedurende mijn jeugd af en toe op school een spreekbeurt moest houden. Enige tijd vooraf werd dit dan in de klas door de docent bekend gemaakt en werd er enige dagen of weken de tijd gegeven om je erop voor te bereiden. De mededeling was al voldoende om mij de stuipen op het lijf te jagen want ik was bijzonder verlegen en onzeker. Naarmate de datum naderde kreeg ik het steeds meer benauwd en mijn concentratie was ver te zoeken. De laatste voorafgaande nacht was slapen moeilijk en was ik zelfs blij dat ik lang wakker was, want dan duurde het langer voor het morgen zou zijn. En ook mijn familie zal het nodige hebben meebeleefd want ik was dan beslist niet mijzelf. Vooraf bedacht ik al hele scenario’s hoe alle ogen in de klas op mij gericht zouden zijn en dat vond ik bijzonder onaangenaam. Vooral het idee om voor schut te staan speelde dan de boventoon. Toen het moment daar was en de docent mijn spreekbeurt in de klas aankondigde stond het zweet in mijn handen, eigenlijk overal, en had ik het gevoel alsof ik los stond van de aarde. Alsof ik mij als ingeschakeld op de automatische piloot bewoog en er na dat ingrijpende moment geen leven meer bestond. In mijn gedachten leken mijn klasgenoten dan haast een roedel wolven die klaar zaten om mij te bespringen en te verscheuren. Zij waren immers in mijn gedachten zoveel beter, slimmer en meer succesvol dan ik. Dat denkproces speelde zich in mij af. Dus tijdens de spreekbeurt niet slim, niet beter of niet succesvol overkomen moest ik trachten te voorkomen. Het was alsof mijn zintuigen op scherp stonden en niets ontging mij, of beter gezegd, niets ontging mij wat ik dacht op te merken. Ik plaatste mijzelf onder enorme hoogspanning en was hier meer mee bezig dan met het onderwerp van de spreekbeurt zelf. De teksten en trefwoorden die ik als hulpmiddel had opgeschreven dansten voor mijn ogen en terwijl ik de tekst zag, slaagde ik er niet in ook maar één woord hiervan tijdens mijn spreekbeurt werkelijk te lezen.

Wat deed ik mijzelf toch aan. Ik was hoofdzakelijk bezig met mijn faalangst en met de meningen en reacties van anderen. Mogelijke meningen en reacties, want ik wist helemaal niet op dit daadwerkelijk zou gebeuren. En dit was ik allemaal vooraf al aan het bedenken, wat er allemaal fout kon gaan en kon gebeuren. Het was een proces dat zich ontwikkelde door mijn eigen onzekerheid en gebrek aan zelfvertrouwen. Vergelijkbare processen herhaalden zich wanneer er bijvoorbeeld een afspraak met de tandarts gepland stond of, verderop in de tijd, het presenteren van mijzelf of mijn kennis bij sollicitatiegesprekken of tijdens overleggen. Vooraf was ik dan al bezig het bezoek te visualiseren en bereidde ik mij mentaal voor wat ik moest zeggen, waarbij het bezoek zich dan als een film in mijn hoofd afspeelde. Alsof dit de enige manier was waarop ik de controle over de situatie kon houden en ik mij goed kon voorbereiden. Het waren vooral de nieuwe en onbekende situaties die dit in mij opriepen. Ik maakte het mijn omgeving dan best moeilijk als ik niet tijdig of inhoudelijk op de hoogte werd gebracht van op handen zijnde contacten, want ineens voor het blok gezet worden wilde ik kost wat kost vermijden. Vooral contacten met sterke persoonlijkheden vond ik moeilijk, want dat gaf mij het gevoel dat ik mij moest bewijzen. Wanneer ik ruimten met dit soort mensen betrad dan klapte ik regelmatig dicht en leek ik in haast niets op de persoon die ik buiten dergelijke situaties was. Maar tegelijkertijd benijdde ik die mensen. Zij hadden iets wat ik niet had, ze waren zelfverzekerd en leken onfeilbaar. Maar tegelijkertijd was ik ervan overtuigd dat iemand als ik nooit interessant voor hen kon zijn, zo’n onzeker vogeltje.

Soms sprak ik over mijn angsten en onzekerheden met mensen om mij heen. Soms sprak ik met mensen waarvan ik dacht dat ik dat kon doen en dan kreeg ik vaak te horen dat het allemaal wel zou meevallen of dat het eigenlijk onzin was dat ik mij zo druk maakte. Maar door dat soort antwoorden voelde ik mij niet begrepen of gesteund of zelfs maar gehoord. Het begon pas tot mij door te dringen toen iemand mij vertelde dat de beste manier om dit soort onzekerheden te overwinnen was door het gewoon het hoofd te bieden. Achteraf zou ik mij opgelucht voelen en een volgende keer zou ik mij gesterkt voelen door deze eerste goede ervaring. Ik werd erop gewezen dat ik mij nu hoofdzakelijk bezighield met het denken voor anderen, terwijl ik niet zeker wist of dit een reëel beeld was. Ik zou mijzelf hierdoor juist angst en onzekerheid aanpraten. Iemand zei zelfs dat ik mij moest voorstellen dat al die mensen die ik sprak in hun blootje zaten of allemaal iets raars aanhadden. Dat zou mijn spanning wel wegnemen. Maar ook dat ik moest beseffen dat die mensen niets meer waren dan ikzelf en dat velen van hen ook onzekerheden hadden die zij aan de oppervlakte niet toonden. Verder werd benadrukt dat de gesprekken altijd plaats dienden te vinden uit gelijkwaardigheid en als dit niet het geval was, dan ik dan altijd het recht had voor mijzelf te kiezen. En wonderbaarlijk genoeg hielpen deze adviezen mij die eerstvolgende keer. Ook ondervond ik dat mensen soms zelfs heel erg met mij meedachten, waardoor het gesprek waar ik zo tegenop had gezien in feite veel soepeler verliep dan ik had verwacht. Het gaf mij een reden om trots op mijzelf te zijn toen gesprekken hun vruchten begonnen af te werpen. En gestaag groeide dit gevoel in mij. Het maakte mij bewuster van mijzelf en mijn vaardigheden en liet stap voor stap mijn zelfvertrouwen groeien. Het sterkte mij ook om moeilijkere gesprekken beter aan te kunnen gaan en om zelfs op den duur het initiatief hierin te durven nemen. Omdat ik mij niet meer met dat spanningsveld bezighield maar juist meer ontspannen de gesprekken aanging of de situaties inging kreeg ik meer ruimte om andere dingen op te merken en te observeren die eerder aan mij voorbij gingen. Had ik dergelijke gesprekken voorheen eerder in overlevingsmodus doorstaan, nu was ik meer in staat de andere partij tegelijkertijd zelf te meten om te zien of zij aan mijn eigen voorwaarden en verwachtingen voldeden. Ik heb geleerd dat denken voor anderen altijd verspilde energie is. Je kunt wel vertrouwen op je intuïtie wanneer de energie van mensen niet prettig aanvoelt en aan de hand daarvan je koers bepalen, maar toegeven aan angst is een slechte raadgever dus probeer angst naast je neer te leggen en het gesprek met een open vizier aan te gaan. Laat het wederzijdse contact en wat daaruit volgt niet alleen van hun besluit afhangen, durf indien nodig ook een besluit voor jezelf te nemen. Bescherm jezelf tegen mensen waarvan je het gevoel hebt dat zij het niet goed met je voorhebben of, nog beter, vermijdt negatieve mensen en probeer dat soort situaties niet alleen aan te gaan maar praat erover met anderen. Maar geef niet toe aan angst voor de redenen zoals eerder beschreven. Dat is energie die je beter aan iets positievers kunt besteden.

12 maart 2019 M. Lucas

 

(Laat helemaal onderaan een like achter als je vindt dat de tekst het verdient. Dank je!)


Like (2)